Installatiedraad

Om een elektrische installatie in een gebouw aan te leggen wordt installatiedraad gebruikt. Deze draden worden door middel van lasdoppen en lasklemmen aan elkaar bevestigd. Knooppunten van installatiedraad worden altijd in lasdozen opgeborgen. Daarmee wordt voorkomen dat er vocht bij de draden kan komen. Ook helpen lasdozen om de situatie in het gebouw veiliger te maken. Want doordat de lasdoppen beschermd zijn door de doos kan er niemand bij de draden komen. Het risico op een schok is dus minimaal. De installatiedraad tussen de lasdozen, stopcontacten en het schakelmateriaal is weggewerkt in PVC buizen, kabelgoten of sleuven, die in de muur zijn gefreesd.

Lees meer

Aanleg door elektriciens

Het ontwerpen en aanleggen van elektrische installaties gebeurt gewoonlijk door gediplomeerde elektriciens. Zij weten precies aan welke veiligheidseisen er moet worden voldaan om een veilige installatie te bouwen. Elektriciens beschikken bovendien over het juiste gereedschap. Daarmee wordt voorkomen dat er delen van de installatie zijn waarbij de plastic omhulling van de installatiedraad bloot ligt. Dat zou voor gevaarlijke situaties kunnen zorgen, al is de kans daarop is erg klein, want elektrische installaties zijn weggewerkt in de muren, vloeren en plafonds van gebouwen. Als twee draden zonder omhulling elkaar echter kunnen raken, kan dat brand veroorzaken.

Veiligheid

Installatiedraad dat wordt gebruikt voor de elektrische installaties in gebouwen heeft vrijwel altijd een diameter van 2,5 vierkante millimeter. Dat geldt voor de blauwe, bruine en geelgroene draden. Zwart installatiedraad heeft slechts een dikte van 1,5 vierkante millimeter, omdat dit alleen wordt gebruikt om apparaten of verlichting door middel van een schakelaar van stroom te voorzien. De installatiedraad van 2,5 vierkante millimeter heeft ruim voldoende capaciteit om alle stopcontacten van een groep veilig van stroom te voorzien. Zelfs als de maximale capaciteit wordt gevraagd zijn er geen veiligheidsrisico’s. Uiteraard geldt dit alleen voor goedgekeurde elektrische installaties.

Kleuren installatiedraad

Binnen de installatiebranche wordt gewerkt volgens strikte veiligheidseisen. De branchevereniging van elektriciens doet veel moeite om iedereen op de hoogte te houden van de veiligheidsvoorschriften en van nieuwe producten. Doordat elke gediplomeerde elektricien zich aan die afspraken houdt ontstaan er veilige elektrische systemen. Als er ergens een storing ontstaat, weet de elektricien die de reparatie moet uitvoeren waarvoor de verschillende kleuren installatiedraad worden gebruikt. Door die afspraken is het voor hem gemakkelijk om fouten in de installatie te achterhalen. De kans dat hij een schok krijgt is klein.

Welke kleur is waarvoor?

De bruine, blauwe, groengele en zwarte installatiedraad hebben een vaste functie. De bruine draad is de fasedraad. Die staat altijd onder stroom en is de toevoerkabel naar apparaten en verlichting. De blauwe draad wordt de nuldraad genoemd. Deze staat nooit onder spanning. Hij zorgt ervoor dat de stroom vanaf de apparaten wordt afgevoerd. De geelgroene draad is de aarddraad. Die wordt verbonden aan de randaarde van stopcontacten. Als een apparaat kapot gaat zorgt deze draad ervoor dat niet het hele apparaat onder stroom komt te staan. De zwarte installatiedraad loopt van schakelaars naar lichtpunten en voert de stroom vanaf de schakelaar naar de verlichting.